GUUS BECKER, gesprek met een krontjonglegende

Dit jaar is het twintig jaar geleden dat ik in contact kwam met een heel bijzonder mens: krontjongzanger Guus Becker. Voor mijn afstudeerproject over 'beeldvorming van de Indische cultuur in het voortgezet onderwijs' bestormde ik (zoals elk jaar overigens) in het voorjaar van 1995 het Haagse Malieveld, op zoek naar die Indische cultuur. Als we het hebben over de 'Indische cultuur', hoort krontjong daar uiteraard bij en het bijwonen van optredens was voor een liefhebber als ondergetekende dan ook geen moeilijke opgave. Zo gezegd, zo gedaan. Gewapend met een notitieblok en een heuse balpen (ja ja, tablets en smartphones bestonden toen alleen nog maar in Star Trek), ging ik van tent naar tent om verslag te doen van mijn 'Indische culturele ervaringen'. Tijdens één van de optredens van krontjongorkest 'Irama Kesuma' beklom een oudere Indische heer, strak in het pak gekleed als een echte gentleman, het podium. Hij kreeg al snel een microfoon aangereikt en begon spontaan te zingen, tot grote vreugde van het publiek.

Guus Becker (1918-2002)
Het nu volgende artikel sluit aan op mijn blogartikel 'Krontjong, de ziel van de indo'. Ook al vond het interview twintig jaar geleden plaats, ik vind het bijzonder dat ik het via dit blog met u/jullie mag delen. Bijzonder ook, omdat de gesprekken met Guus Becker destijds diepe indruk op mij hebben gemaakt. Behalve over krontjong, zijn grote passie, sprak Guus Becker over allerhande onderwerpen; zijn jeugd in Indië, de oorlog en de repatriëring naar Nederland. Guus Becker is helaas niet meer onder ons, maar in zijn muziek leeft hij voort. Guus zong ooit: "Vele sterren staan aan de hemel". En net als de anderen van onze eerste generatie zal zijn ster blijven stralen aan die hemel. 


GUUS BECKER, gesprek met een krontjonglegende 
(juni-augustus 1995)

Een groot deel van de kinderen van Indische repatrianten is opgegroeid met de muziek van ‘Lief Java’ en ‘De Nachtsirenen’. Zelf behoor ik ook tot deze groep. Ook in de jaren zeventig werden de Krontjong asli grammofoonplaten grijs gedraaid bij ons thuis. Ook al verstond ik toen bitter weinig van wat er werd gezongen, de emotie die werd overgebracht in de liedjes had mijns inziens ook geen woorden nodig. De stemmen van Guus Becker en Leo Spel zijn op zich al één en al gevoel. De melodieën zijn mij altijd bijgebleven.

Wie denkt dat krontjong per definitie melancholie is, zit er echter flink naast. Natuurlijk, de kracht van krontjong zit ‘m vaak in die melancholie. Maar er bestaan ook volop vrolijke nummers. ‘Rujak Ulek’ bijvoorbeeld, vertelt op humoristische wijze hoe smakelijk deze Indische fruitsalade is. Ook ‘Krontjong Kemajoran’ blijkt op menig Indisch feest een groot succes. Maar inderdaad, krontjong en melancholie horen bij elkaar. De muziek fungeerde voor veel Indische repatrianten als een soort troost, een stukje tropisch Indië in het kille Nederland. Als Guus Becker en Leo Spel begonnen te zingen, kreeg je kippenvel; zo dichtbij leek Indië dan even.

Guus Becker op de cover van 
Boekoe Pienter Besar
Op de Pasar Malam Besar van juni 1995 in Den Haag trad Krontjong ensemble ‘Irama Kesuma’ op, afkomstig uit Bogor (het voormalige Buitenzorg, West-Java) en het orkest werd geleid door Wim Schra. ‘Irama Kesuma’ is overigens ook te vinden op de in mijn vorige krontjongblog genoemde CD ‘Krontjong Asli’ uit 1990. Ik was eigenlijk ook speciaal voor hun optreden op die specifieke dag afgereisd naar Den Haag. Het optreden voldeed ruimschoots aan de hooggespannen verwachtingen, maar kippenvel kreeg ik pas toen tot mijn grote verrassing (en van die van het publiek) Krontjong bintang Guus Becker het podium betrad en als gastzanger een optreden verzorgde. De zaal was laaiend enthousiast. Guus Becker bleek niets veranderd; zijn stem klonk nog steeds glashelder en raakte nog steeds het hart van de luisteraar.

Later op de avond kreeg ik de kans om met Guus Becker te spreken, vlak voor zijn volgende gastoptreden. Het was een interessant gesprek en voor mij van grote persoonlijke waarde. Zijn muziek heeft een grote rol gespeeld in ons leven en in dat van vele andere Indische Nederlanders die ik gesproken heb. Bij elk liedje horen waardevolle herinneringen voor velen.

Guus Becker is van kind af aan actief in de krontjong geweest. Aan wie kun je dan beter iets vragen over krontjong dan aan hém? Guus Becker IS krontjong! Ik was dan ook zeer blij toen de heer Becker zijn medewerking wilde verlenen aan het onderdeel van mijn afstudeerproject over Indische cultuur, dat ik aan krontjong wilde wijden. De afspraak voor een interview werd gemaakt. 

'Ik ben geboren in Batavia, niet in Jakarta.'
Guus Becker werd geboren op 11 april 1918 te Batavia in het voormalig Nederlands-Indië. Hij benadrukt ‘Batavia’; thans wordt door veel Nederlanders vaak ten onrechte de naam ‘Jakarta’ gebruikt, terwijl het om ‘Batavia’ gaat. Het Batavia van toen was iets heel anders dan het Jakarta van nu. Ik herkende de resolute houding die Becker had betreffende het verschil Batavia-Jakarta van mijn eigen ouders en familie. Indië is niet hetzelfde als Indonesië. De puntjes op de ‘i’! De situatie was heel anders; de regering, de bevolking, álles!

Rijswijkstraat in Batavia, jaren '30
“De meeste Nederlanders kennen de geschiedenis wel, maar spreken erover in de tegenwoordige tijd. Maar geschiedenis is nu eenmaal verleden tijd,” aldus de heer Becker. Zelf duikt hij niet graag in het verleden. “Ik heb het allemaal al meegemaakt. Voor de jongere generatie is het wel goed dat ze iets weten over hun geschiedenis.” Voor hén vertelt hij wél graag over zijn verleden.

De oorlog met Japan was zwaar, ook voor Guus Becker. Hij was pas getrouwd toen hij werd gemobiliseerd in het KNIL om tegen de 'Jap' te vechten. Uiteindelijk heeft hij ruim drie en een half jaar in krijgsgevangenschap doorgebracht in Japan. De omstandigheden waren erbarmelijk. “Als krijgsgevangene ben je levenslang veroordeeld, want je weet niet wanneer en óf je ooit vrijkomt.” Over de Japanners is zijn mening duidelijk: “De Japanner spaart niemand.” Op mijn vraag hoe hij het in hemelsnaam volgehouden heeft, antwoordt de heer Becker: “Ze kunnen het lichaam breken, maar de geest kunnen ze nooit breken.”

Twee weken te laat

Tijdens zijn krijgsgevangenschap was korporaal Becker actief in het verzet tegen de Japanse overheerser. Toen enige tijd geleden verzetskruisen door de Nederlandse regering werden uitgereikt, heeft ook de heer Becker een aanvraag ingediend. Hij kreeg als antwoord dat hij twee weken te laat was met het indienen van de aanvraag. Daarop stuurde hij een brief terug waarin hij schreef: “Ik heb het verzetskruis niet aangevraagd om het op mijn borst te dragen, maar om boven mijn bed te hangen. Elke morgen als ik wakker word, zou ik ernaar kijken en zeggen: ik heb het kruis van Nederland gedragen.” Hij kreeg geen antwoord.

Na de capitulatie van Japan, op 15 augustus 1945, brak de tijd aan van onafhankelijkheidsstrijd en de politionele acties. Net als veel ex-KNIL-militairen wacht Guus Becker nog altijd op achterstallige soldij die de Nederlandse regering nooit heeft uitbetaald (!). “Ik heb nog 3,5 jaar KNIL tegoed. Ze wachten net zo lang tot de spoeling wel héél erg dun wordt.”

In Indië was de heer Becker werkzaam bij de Nederlands-Indische gasmaatschappij. Na de onafhankelijkheid werd het steeds moeilijker daar te blijven werken. Op het verzoek of hij de Indonesische nationaliteit wilde aannemen, antwoordde hij: “Nee, ik ben Nederlander en ik blijf Nederlander.” Dus zat er niets anders op dan te repatriëren naar Nederland.  In 1951 kwam Becker aan in Nederland, op eigen kosten. Hij werd samen met andere repatrianten opgevangen in café-restaurant De Vries in Callandtsoog. Ik vroeg hem hoe de Nederlandse bevolking, volgens zijn ervaringen, tegenover de Indische repatrianten stond. Guus Becker: “Ik moest lachen! Ze noemden ons Indianen. Café De Vries had nog nooit zoveel klandizie gehad. Het zat vól.. Hollanders! Iedereen wilde Indianen kijken!”

Van Callandtsoog trok Guus Becker naar Amsterdam, op zoek naar werk. Daar vond hij een baan bij het Gemeentelijk Energie Bedrijf. “Het woord discriminatie bestond toen nog niet, maar we werden wel gepest. In de bus bijvoorbeeld, hoorde je links en rechts “Bah, het stinkt hier naar knoflook” en meer van dat soort opmerkingen. Nú lusten ze maar wat graag Indisch eten met knoflook! Dus nu stinken zij!”

Amsterdam
In Amsterdam woonde Guus Becker ook in een pension. “De eigenaar is overleden, dus ik zal zijn naam maar niet noemen.” Het was allesbehalve een vijfsterrenhotel. “Elke dag brood met jam, aardappelen en een heel klein beetje groente. Bovendien waren ze corrupt. We kregen maar zes gulden en vijftien cent “snoepgeld” per week en daar moesten we het mee doen.”

Na het pension kreeg de familie een woning toegewezen in Amsterdam. “Het was een krot met vier kamers, maar we moesten het wel aannemen; we mochten niet weigeren. Het kostte zes gulden vijfenzeventig per week.” Was er aandacht voor de oorlogservaringen van de repatrianten? “Totaal niets,” antwoordt Guus Becker gedecideerd, “Alles werd in de doofpot gestopt en niemand wilde luisteren. Ik denk dat de Nederlanders niet wilden weten wat er in Indië was gebeurd. Want anders moest de Nederlandse regering haar schulden gaan betalen, bijvoorbeeld de KNIL-salarissen.” Ook op dit punt was er geen opvang voor de Indische Nederlanders. Tegenwoordig bestaat voor elk probleem wel een praatgroep of een hulpverleningsinstantie. In de tijd van de repatrianten was dat anders.

Krontjong
Krontjong is 'hinderlijk' -
De Locomotief, Semarang,
27 juli 1891
Van de geschiedenis van Guus Becker gaan we naar de geschiedenis van de krontjong. “In Tugu (Toegoe) is het allemaal begonnen. Tugu is de bakermat van de krontjong. De mensen daar leefden van de jacht en visvangst. In de vrijetijd werd krontjong gespeeld. De oorspong van krontjong is Portugees. Sommigen zeggen dat krontjong ook Afrikaanse (Moorse) invloeden heeft, maar de Portugese invloed is het grootst.”

Guus Becker leeft helemaal op als we het over ‘zijn’ krontjong hebben. Hij weet inderdaad veel interessante feiten te vertellen over het ontstaan van de krontjong.

In Indonesië is krontjong nog steeds aardig populair, in Nederland voornamelijk nog bij de ouderen. De oorzaak ligt volgens Guus in het imago van de muziek. Ook heeft het met sociale klasse en het later verplichte 'aanpassen' in Nederland te maken. “De oudjes hier, horen de oude liedjes graag. Het merendeel van de jongere generatie, ik denk zo’n 70 à 80%, niet; die houden meer van popmuziek. Vroeger in Indië werd krontjong vaak beschouwd als ‘verdoemde’ muziek, vanwege de teksten die meestal over liefde gingen. Als je de krontjong speelde, werd je als een paria beschouwd.” Dat had ook invloed op je rang in de maatschappij. “De heer Dumas bijvoorbeeld (orkestleider van ‘Lief Java’ – Red.), heeft het niet hoger gebracht dan hoofdklerk, terwijl hij een hoge opleiding had. Alleen maar omdat hij krontjong speelde”, vertelt Guus Becker. “Bij Indische mensen was het wel populair, Nederlanders hadden geen begrip voor krontjong. Nederlandse radiozenders mochten het niet draaien. Het was niet geschikt voor het Europese oor, vanwege de ‘pantoenans’: de liefdespoëzie.”

Wat betekent krontjong voor Guus Becker? “Ik was als jongen van negen jaar al gek van krontjong. Ik ben ermee opgegroeid en begon al vroeg zelf krontjong te spelen en zingen.” Guus Becker was ook zo’n Indische jongen die met zijn bandje op warme tropenavonden al spelend door de straten trok. In Nederland heeft hij na ‘Lief Java’ nooit meer geschikte muzikanten gevonden. Krontjong betekent ook voor hém een soort heimwee, vertelt hij. “Je kunt krontjong gewoon niet op noten zetten. Het is pure improvisatie. De violist speelt het intro, het orkest begint te spelen en volgt de solist. Aan het einde van het lied komen ze allemaal weer samen. Bij moderne krontjong is het precies andersom: alles staat van tevoren vast; de solist volgt de muzikanten. Er is geen improvisatie zoals bij de echte krontjong asli.”

Het Indisch verleden: voltooid verleden tijd?
Het Indisch verleden van Nederland is in de vergetelheid geraakt. Is Guus Becker het daarmee eens? “In zekere zin wel, ja. Het is een vlek in de geschiedenis, maar je kunt het verleden niet wegvagen. Het is gebeurd. Nederland was arm en wilde rijk worden. Indië was in allerlei opzichten rijk. Zo gaat dat bij landen en hun kolonies. Waar het aan ligt dat het Indisch verleden in de vergetelheid is geraakt? Gebrek aan voorlichting. Er wordt niet verteld wat er in het verleden allemaal gebeurd is.”
Ik vroeg de heer Becker wat hij vond van het idee om meer aandacht te besteden aan de Indische cultuur in het voortgezet onderwijs. “Ik vind het wel een goed idee om, als er genoeg belangstelling voor is, meer te weten te komen over onze cultuur. De Indische Nederlanders hebben alles meegenomen naar Nederland, hun cultuur en dus ook hun muziek. Er moet voorlichting worden gegeven op scholen. Voor de jongere generatie is dit van belang.”

Tot slot vroeg ik hem wat zijn gevoelens waren omtrent de viering van vijftig jaar ‘Merdeka’, Indonesische onafhankelijkheid. “Ik heb een uitnodiging gekregen van het consulaat. Maar ik ga er niet heen. Moet ik gaan feestvieren omdat ik mijn land heb verloren?” Deze woorden hebben mij diep geraakt. Ze vatten de emoties samen van veel Indische Nederlanders die ik in de afgelopen periode hierover heb gesproken, zeker in deze voor velen zware maand augustus, vol herdenkingen. 
Mijn hartelijke dank gaat uit naar de heer Becker, voor zijn openhartige, eerlijke woorden. Dank u wel voor het gesprek en voor de prachtige muziek, waarvan ik mijn hele leven lang zal blijven houden! (1995)

Nawoord 2015
Warme herinneringen in een koude wintermaand.. De muziek en woorden van deze Indische gentleman, die de eeuwige jeugd leek te bezitten, verwarmen nog altijd mijn huis en mijn hart. Deze immer charmante en hoffelijke Indischman met zijn innemende persoonlijkheid had iets te vertellen voor wie het horen wilde. Dat deed hij door middel van zijn muziek, maar ook door zijn ervaringen door te geven. Dat 'doorgeven' is waar het om gaat; de één doet dit door middel van vertellen, de ander door te schrijven, weer een ander door te schilderen of door muziek te maken. Het 'doorgeven' zorgt ervoor dat wat geweest is, niet vergeten wordt.. dat wat ooit 'geleden' werd, niet voor niets is geweest. Guus Becker vond het belangrijk dat jonge mensen op de hoogte waren van hun geschiedenis. Hij inspireerde en maakte graag tijd voor nieuwsgierige snotneuzen zoals ik. Gelukkig maar. 

© Anneke van de Casteele
juni/augustus 1995/februari 2015, 2020

Voetnoot 2016: Ook voor Guus kwam de 'backpayregeling' van 2015 helaas te laat zoals voor zo velen. Guus overleed in 2002 en haalde dus de 'peildatum' van 15 augustus 2015 niet. 


VIDEO

Guus Becker in de Late Late Lien Show, 1979



Populaire posts van deze blog

GARUDA, een beladen symbool

De Molukse kwestie: een voor allen, allen voor een!

KRONTJONG: de ziel van de Indo