DE ATJEH-OORLOG, PAPLEPELS EN BEELDVORMING

Zaterdag 26 maart 2016 - Het is vandaag precies 143 jaar geleden dat de Atjeh-oorlog begon. Op 26 maart 1873 stuurde Nederland een oorlogsverklaring aan de sultan van Atjeh. In plaats van deze gebeurtenis gedetailleerd te analyseren (wat reeds door diverse historici is gedaan), richten we ons liever op een vrij onverwachte invalshoek: hoe de Atjeh-oorlog aan de jeugd van 1875 werd gepresenteerd en hoe in dit verband eenzijdige beeldvorming met de paplepel kon (kan) worden ingegoten. 

Beknopte historische achtergrond
Atjeh, gelegen op het eiland Sumatra, was een zelfstandig gebied dat zeer aantrekkelijk was vanwege de landbouwgrond waar pepers werden verbouwd, maar ook vanwege het feit dat Atjeh de Straat van Malakka beheerste (zeestraat). Door de opening van het Suezkanaal in 1869 was het belang van deze doorgang flink toegenomen. Onder het mom van het tegengaan van piraterij door Atjeh in de Straat van Malakka besloot Nederland zich ook dit stuk van de Indische archipel toe te eigenen. Naast oorlogsschepen werden ook troepen naar Atjeh gestuurd. Een reeks van expedities volgde. Uiteindelijk zou de Atjeh-oorlog duren tot 1914.

De Atjeh-oorlog is een stukje 'vergeten' koloniale geschiedenis, waarbij je als je gaat rondneuzen in geschiedenisboeken heel wat bekende (of beruchte) namen tegenkomt, waaronder die van Van Heutz, hoofd van de koloniale krijgsmacht en in 1904 benoemd tot gouverneur-generaal van Nederlands-Indië. Onder Van Heutz' bewind verloren duizenden mannen, vrouwen en kinderen in Atjeh op bloedige wijze het leven, door toedoen van overste Van Daalen. 

Ook de naam Jan Van Swieten duikt op in verband met de Atjeh-oorlog; na het sneuvelen van generaal Köhler werd hij militair opperbevelhebber en trok hij in 1873 naar Atjeh. In 1874 onderwierpen zijn troepen de Kraton van de sultan. Opmerkelijk genoeg vonden we generaal Van Swieten en zijn voorganger Köhler niet alleen terug in historische literatuur, maar ook in een kinderboek. 

'Tafereelen uit den oorlog met Atchin: voor de jeugd'
cover, 1875
Zo luidt de titel van het prentenboek, dat vergezeld wordt door de specifieke toevoeging 'voor de jeugd'. De teksten in rijmvorm (wellicht voor het bevorderen van verankering in de jeugdige breinen) zijn geschreven door Johan Hendrik van Balen. Het rijkelijk met prenten geïllustreerde illustere boekje is uitgegeven in 1875.

In eerste instantie zien we een aantrekkelijk gepresenteerd kinderboek met vele kleurrijke prenten en voor de jeugd van bijna anderhalve eeuw geleden ongetwijfeld toegankelijke rijmende verzen. Een boek dient men uiteraard altijd in de context te bezien van de op dat moment geldende actualiteit. In dit geval zien we echter ook tijdloze stereotypen terug in het boekje en de invalshoek is duidelijk ontsproten uit de chauvinistische visie van Nederlandse zijde. Logisch toch, zal men zeggen, het is toch ook door een Nederlander geschreven? Nou en of.

Wie was Johan Hendrik van Balen?
Van Balen werd geboren te Kralingen op 8 september 1851 en overleed te Den Helder in 1921. Van beroep was hij oorspronkelijk ambtenaar bij ’s-Rijkswaterstaat in Den Haag en hij woonde in Voorburg. Van Balen maakte echter furore als schrijver en heeft een indrukwekkend goot aantal werken op zijn naam staan, ook onder zijn diverse pseudoniemen, te weten:
R. Ede
Kapitein Hendrik Verveen, 1879
Elsje van Houweningen, 1901, 1910.
Koen van Dam, 1904
Kapitein Storm, 1905.
Het 'Lectuur-Repertorium' beschreef in 1954 Van Balen als volgt: 

'Naast een aantal reisverhalen, populaire werkjes over dierkunde en romans, schreef hij een aanzienlijke reeks oppervlakkige jongensboeken. Slechts een paar van zijn romans, geschreven onder pseudoniem, zijn wegens hun ongodsdienstige strekking af te keuren of eisen voorbehoud; het overige werk is meestal bruikbaar.'

Van Balen schreef ook verhalen voor diverse tijdschriften, zowel voor de jeugd als voor volwassenen, was typograaf, drukker, uitgever, redacteur en hoofdredacteur van volwassenen- en kindertijdschriften en vertaalde teksten uit het Frans en Duits. Een druk en invloedrijk baasje dus, daar waar het gaat om media en beeldvorming. Je vraagt je af waar hij de tijd vandaan moet hebben gehaald om historisch onderzoek te doen voor zijn geschiedenisboeken, laat staan om de exotische locaties uit zijn verhalen daadwerkelijk te bezoeken.

Beeldvorming
In de vervlogen tijd waarin Johan van Balen leefde, schreef, uitgaf en vertaalde, beschikte men nog enkel over de gedrukte media; geen internet, film, radio of TV, maar tijdschriften, kranten en boeken. De fotografie stond bij het verschijnen van het 'Atjeh-boekje' nog in de kinderschoenen. Men kan concluderen dat deze voor die tijd moderne media behoorlijk invloedrijk waren. Net zoals sociale media als Facebook en Twitter momenteel het wereldbeeld van de hedendaagse jeugd in grote mate bepalen, deed het kinderboek dat aan het eind van de 19e eeuw, zeker als de boeken ook op scholen werden verspreid. 

In 'Tafereelen uit den oorlog met Atchin' lezen we voornamelijk over de ontberingen van de Nederlandse soldaten, die ondanks dat zij voortdurend geplaagd werden door ziekte en vooral ook door de wreedheden van de 'Atchineezen' toch glorieuze overwinningen wisten te behalen. We bekijken enkele voorbeelden van eenzijdige beeldvorming uit het boek.

Allemaal oude koek? Welnee! Het boekje uit 1875 is actueler dan men wellicht zou denken. Een vroege vorm van demonisering van moslims, onze hedendaagse samenleving ook niet geheel vreemd, is in dit boekje schaamteloos terug te vinden en een uitstekend voorbeeld van zo'n beeldvormende paplepel.

pagina 3
Mishandeling van den parlementair.

Niet beschaafd ook was de vijand,
 Die de leer van Mahomed,
 Vol bijeengeraapte leugens,
 Aannam als zijn zedewet.
 Eens, toen 't legerhoofd van Swieten
 Hem een vredebode zond. -
 Daar hij langer bloedvergieten
 Voor het rijk te schaadlijk vond, -
 Nam men d' armen man gevangen,
 Boeide hem aan voet en hand;
 Wellicht is hij doodgemarteld
 In het boschrijk binnenland.



Dat bovenstaande tekst voor zich spreekt, lijkt ons evident; hier is qua racisme en haatzaaierij geen woord Frans bij.


Enkele bladzijden verderop in het boekje wordt het meedogenloze karakter van de mohammedaanse vijand nog eens expliciet benadrukt tegenover de contrasterende barmhartigheid van de Nederlandse opperbevelhebber Van Swieten. Let ook op  de slotzin; typisch geschikt voor de 'tere kinderziel', nietwaar?

pagina 10
Zes Atchineezen.

Hier een voorbeeld, hoe boosaardig
 Velen zijn in Atchins heir:
 Zes van hen had men gevangen
 En ontsloeg hen spoedig weer.
Zelfs gaf Generaal van Swieten
Elk van hen wat zilvergeld,
't Geen bij hun behouden aankomst
 Aan hun hoofdman wordt gemeld
 ‘Wat!’ zoo schreeuwt hij... ‘zoo dicht bij hem,
 En gij hebt hem niet gedood...?’
 Zesmaal klieft zijn zwaard het luchtruim,
 En hun bloed kleurt de aarde rood.





Het laatste voorbeeld is ook het laatste hoofdstukje uit het boek: we zouden dit kunnen zien als de uiteindelijke boodschap die de schrijver de jeugdige lezer wil meegeven. 

pagina 14
Geheele onderwerping van Atchin. 

 Eenmaal zal de sultan knielen
 Voor het Nederlandsch gezag,
 En aan Atchins havens wappert
 Dan de Nederlandsche vlag.
 Dan zal vrede wederkeeren
 In de waatren van dat rijk,
 En aan alle handelschepen
 Biedt zijn reede een veilge wijk.
 Dan zal noeste vlijt 't vergoeden,
 Vielen nu ook de offers zuur:
 't Atchineesche rijk zal bloeien
 Onder Nederlandsch bestuur.

Hoeveel duizenden slachtoffers onder de bevolking van Atjeh zijn gevallen en hoe de bevolking van de Indische archipel eeuwenlang onder dat fijne Nederlandsch bestuur heeft geleden, ontbreekt uiteraard.


Voor de sceptici volgt bij deze een greep uit de waslijst van andere 'interessante' titels van de hand van Johan van Balen (waarin de autochtone bevolking van de respectievelijk beschreven gebieden er waarschijnlijk net zo gekleurd op zal staan als die van Atjeh):

1877 - Adda, de lotgevallen van een slaaf, (ps. Kapitein Hendrik Verveen).
1877 - Onder de Mooren. Avonturen van twee officieren in Marokko.
1881-1884 - De Nederlanders in Oost en West, te water en te land, 12 delen.
1884 - Van alle landen, van alle zeeën, de slavenhaler, Tooneelen van Afrika’s Westkust en reis naar het land der Peuls.
1885 - Berentand, het opperhoofd der Sioux.
1890 - De commandant van de negerjagers. Historisch verhaal van de krijgstochten tegen de boschnegers in Suriname in 1772/1778.
1890 - In dienst van den grooten Mogol. Historisch verhaal van de wonderbare avonturen en omzwervingen der bemanning van het Oost-Indische jacht “Terschelling” 1661/1663.
1890 - De kroon van Mataram. Historisch verhaal van den eersten krijgstocht der Nederlanders in de binnenlanden van Java.
1891 - De page van de Sultane. Historisch verhaal van den oorlog met Bantam in 1652.
1894 - Lombok. Land en volk. Met een overzicht van de laatste gebeurtenissen.
1907 - Naar Suriname ! Gids voor allen die wenschen te emigreren.
1909 - Donkere dagen. Indische roman uit de jaren 1740. 
1920 - Dwars door Afrika, 2e druk.
? - Onder de Dajakkers. 

Tijdgeest en toekomst
Uiteraard is de moderne lezer wellicht een stuk kritischer geworden en beschikt hij ook over een schat aan snel op te vragen informatie dankzij internet. Bovendien is het voor ons verleden tijd en voor de lezer van toen was het actueel. Maar verandert dit gegeven wezenlijk iets aan de interpretatie van dit boek?

Dat is aan de lezer. Wel kunnen we er grote vraagtekens bij plaatsen of er wezenlijk iets veranderd is als we naar de huidige kwaliteit kijken van bijvoorbeeld het geschiedenisonderwijs. De koloniale geschiedenis van Nederland, alsmede de minstens zo belangrijke postkoloniale geschiedenis, wordt tot op de dag van vandaag nog steeds min of meer genegeerd. De geringe aandacht die er aan wordt besteed is uiterst subjectief te noemen. In een multiculturele samenleving is dit geenszins verstandig.

Gezien het huidige klimaat in dit land, waarbij bevolkingsgroepen onderling vaak op gespannen voet met elkaar (of naast elkaar) leven, zou men zich misschien ook kunnen afvragen of dit (post)koloniale geheugenverlies de afgelopen jaren juist bijgedragen zou kunnen hebben aan de onverdraagzaamheid.

Het Atjeh-boekje van Van Balen is slechts één voorbeeld uit een lange reeks Nederlandse en Vlaamse jeugdliteratuur die vanwege de racistische kenmerken als 'dubieus' geclassificeerd kan worden. Wat te denken van de avonturen van Sjors en Sjimmie, Oki en Doki bij de Nikkers, Kuifje in Afrika, Vlaamse stripheld Jommeke en niet te vergeten het boek van onderwijzer Jan Schenkman, 'Sint Nicolaas en zijn knecht' uit 1850 waarin hij Zwarte Piet introduceerde, de omstreden figuur van wie we 166 jaar na het verschijnen nog steeds last hebben; zodanig dat hele volksstammen elkaar vanwege een 'kinderfeest' en 'traditie' zonder pardon de hersens in zouden slaan. 

Racisme beperkt zich uiteraard niet alleen tot de Nederlandse en Vlaamse jeugdliteratuur, maar is ook terug te vinden in tal van Europese en Amerikaanse kinderboeken. Wijsheid komt met de jaren, zullen we maar zeggen, en gelukkig is er door de jaren heen ook veel veranderd. Van het verleden kunnen we veel leren. Wat dat betreft, kunnen we alleen maar optimistisch zijn. Waar het ons vooral om gaat, is het onderstrepen van het grote belang van jeugdliteratuur: jong geleerd is tenslotte oud gedaan. En dan is in dit kader een schone paplepel van levensbelang voor de toekomst.

© De Kritische Katjang


Bronnen en verdieping: 

- Tafereelen uit den oorlog met Atchin voor de jeugd, Johan Hendrik van Balen, 1e druk, 1874
- Johan Hendrik van Balen, door Kees Waij, 'De Verniaan', tijdschrift van het Jules Verne Genootschap, 2004
- St. Nikolaas en zijn knecht, Jan Schenkman, 1e druk, 1850
- Uitglijden en vasthaken in hedendaagse multiculturele jeugdliteratuur. Verdraagzaamheid versus respect voor andersheid, Katrien Vloeberghs, tijdschrift Tsjip/Letteren. Jaargang 11, 2001
- Stichting Geschiedenis Kinder- en Jeugdliteratuur, www.hetoudekinderboek.nl
- Zigeunerleven in Nederlandse kinderboeken van 1825 tot 1990, Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis
- Nederlands racisme reproduceert zichzelf, Caraïbusch Uitzicht, werkgroep caraïbische letteren, 2013
- Sunny Bergman en de negerkoning van Taka Tuka Land, The Portugal Post Kinderboekenspecial, The Post Online, 2014
- Witte Sjors en zwarte Sjimmie, Andere Tijden, 2014
- Toen de Amboneesjes kwamen, H. Hoogeveen, 1954



Populaire posts van deze blog

GARUDA, een beladen symbool

De Molukse kwestie: een voor allen, allen voor een!

KRONTJONG: de ziel van de Indo